
De term “allochtoon” wordt steeds minder gebruikt vanwege de negatieve connotaties die eraan verbonden zijn. Alternatieve synoniemen worden nu vaker ingezet om mensen van niet-Nederlandse afkomst te beschrijven. Enkele veelgebruikte synoniemen zijn:
- Migrant: Verwijst naar iemand die naar een ander land is verhuisd.
- Inwoner met een migratieachtergrond: Een formele en neutrale manier om iemand met buitenlandse wortels te beschrijven.
- Nieuwkomer: Wordt vaak gebruikt voor mensen die recent in Nederland zijn gaan wonen.
Daarnaast zijn er ook antoniemen, zoals:
- Autochtoon: Iemand die van oorsprong uit Nederland komt.
- Inlander: Een verouderde term voor iemand met Nederlandse roots.
Het taalgebruik evolueert voortdurend en het is belangrijk om termen te kiezen die respectvol en inclusief zijn.